dinsdag 4 maart 2008

'IK HAD VLINDERS IN MIJN BUIK'

'Ik had vlinders in mijn buik'

“Hij keek me recht in de ogen en het was net of er vlinders in mijn buik zaten”, vertelt Juliette Vandermaesen (88) uit Tessenderlo, over die eerste keer toen ze de neergeschoten piloot Tony Aldersley zag in 1943. Na 65 jaar en met de hulp van Eric Aerts van de heemkring van Laakdal, heeft ze hem opnieuw ontmoet in zijn thuisstad Bartonon-Sea. “Hij vloog me meteen om de hals. Ik was gelukkig om hem terug te zien, maar de kriebels waren voorbij”, zegt ze.

“Die nacht van 17 juni 1943 hoorden we in de buurt een vliegtuig vallen. We woonden aan de Schanshoeve in Tessenderlo en mijn vader ging ‘s ochtends boven op het veld kijken. Een buurvrouw die de koe aan het melken was, riep dat ze iemand hoorde fluiten”, herinnert Juliette Vandermaesen zich.

Vader Louis volgde het geluid en vond zo de jonge Britse piloot Tony Aldersley aan de kant van het korenveld in Laakdal. Met een driedubbele beenbreuk had hij zich nog net tot daar kunnen slepen.

“Met een kruiwagen werd Tony naar het dichtstbijzijnde huis gebracht. Ze hebben hem daar op een stoel aan tafel gezet en iedereen bracht meteen eten. Het was ongelooflijk hoeveel volk er in een halfuur aan dat huis stond.”

Juliette, een meisje van net twintig jaar, was meteen weg van die knappe Engelse kapitein. “De plaatselijke fotograaf kwam er ook bij staan en zei: ‘Pak hem maar eens goed vast.’ Ik weet nog dat Tony ermee moest lachen”, wijst Juliette naar de foto die ze 65 jaar lang heeft meegedragen in haar portemonnee.

Amper een uur is ze samengeweest met haar piloot, de Duitsers vielen al snel binnen en namen de gewonde soldaat mee. “Hij iseerst een tijdje in Sint- Truiden verzorgd, later in Brussel, om dan naar de krijgsgevangenkampen te worden gebracht.

Tony was een van de laatste 300 soldaten die bevrijd zijn”, zegt Eric Aerts van de heemkring van Laakdal, die Aldersley na 65 jaar op het spoor kwam. “Ook de Duitse nachtjager die de Britse Lancaster boven Laakdal heeft neergeschoten (van de zeven bemanningsleden lieten vier het leven, red.) heb ik teruggevonden.”

Aanvankelijk was het de bedoeling om Tony Aldersley naar ons land te halen, maar zijn paspoort bleek niet meer geldig. Na even aarzelen is Juliette dan toch op de boot gestapt richting Groot-Brittanië, samen met Eric Aerts, François Van Gehuchten en Fil Verluyten.

“Fil was een klein manneke toen het vliegtuig is neergestort. Alles wat hij kon loswrikken, heeft hij bewaard. Zonder dat ik het wist, had hij nu zelfs een stukje ijzer meegenomen voor Tony. Die was er zo blij mee, hij streelde het de hele tijd. Zijne vlieger...”

Ook Juliette had trouwens een ‘cadeautje’ op zak: het fluitje dat Tony haar destijds geschonken had. “Mijn vader gebruikte dat jarenlang om op de duiven te roepen. Als ik het zag, dacht ik vaak aan Tony.”

De vlinders zijn lang verdwenen. “Hij is intussen ook een man van negentig jaar geworden. Wel heb ik een ring meegekregen: hij had die van zilverpapier gemaakt in een kleioventje in het gevangenenkamp. In Engeland gaf hij ons een sigarenkistje met een drietal ringen. Welke ik de mooiste vond? Die met de rode steen (gemaakt van de steel van een tandenborstel, red).‘Then this one is for you’, zei hij.“

De ring heeft de overtocht meegemaakt aan haar pink. De kriebels zijn weg, maar de herinnering blijft dierbaar. “We zullen zeker contact houden.”

Geen opmerkingen:

Een reactie posten