vrijdag 14 maart 2008

'HEIZELDRAMA WAS ERGSTE BELEVENIS UIT MIJN CARRIÈRE'

'Heizeldrama was ergste belevenis uit mijn carrière'

Iemand die in de hele regio bekend is, en door ingewijden ook ver daarbuiten, is ongetwijfeld Louis Van den Brande uit Ramsdonk (Kapelle-op-den-Bos). Bijna een halve eeuw lang was hij overal te zien waar wat te beleven viel, zijn fototoestel en zijn potlood in de aanslag. Een vrije dag kende hij niet. Nu is Louis alleen nog bezig met zijn duiven en met zijn computer.

Iedereen kent je als persfotograaf, maar zo ben je toch je carrière niet gestart?

Helemaal niet, hoewel ik altijd geïnteresseerd ben geweest in fotografie. Mijn eerste job vond ik bij de PTT, nu De Post, toen ik 17 jaar was. Bijna onmiddellijk daarop ben ik begonnen als perscorrespondent voor zowel het gewone nieuws als voor de sport. Ik heb voor alle Vlaamse kranten gewerkt, toen nog voor 10 centiemen per regel. Eens mijn legerdienst achter de rug, was dat in de eerste plaats als fotograaf.

Waar heb je de knepen van het vak geleerd?

Ik heb de stiel eigenlijk geleerd tijdens mijn legerdienst in Duitsland. Doordat ik in het dagelijkse leven postman was, kwam ik als milicien bij de postdienst van het leger terecht, verbonden aan het hoofdkwartier in Weiden. Daar werkte ook een milicien als vaste fotograaf. Toen deze afzwaaide, was ik er als de kippen bij om mijn kandidatuur te stellen om hem op te volgen en dat lukte. Samen met een journalist moest ik als fotograaf geregeld alle Belgische kazernes bezoeken.

Teksten en foto’s verschenen dan in het tijdschrift van het Belgische leger in Duitsland. Onze chauffeur was een rasechte Duitser, iemand die voor de oorlog een eigen fotozaak had, maar deze achteraf niet meer kon opstarten. In ruil voor al mijn sigaretten - zes, zeven jaar na de oorlog waren die in Duitsland nog veel geld waard - leerde hij mij al de knepen van het vak. Ik heb toen ook veel fototoestellen overgebracht vanuit Duitsland om hier vrienden een plezier te doen. Ik ben in die tijd ook naar het WK wielrennen geweest in Solingen, waar Miel Van Cauter uit onze buurgemeente Wolvertem wereldkampioen werd bij de liefhebbers. Daarvan zijn mijn eerste persfoto’s verschenen.

Was dat de eerste stap naar een carrière als beroepspersfotograaf?

Neen, daarvoor had je een erkenning nodig en die kreeg je niet zomaar. Ik ben veertien jaar bij de posterijen gebleven en hield het dan voor bekeken. In mijn dorp Ramsdonk kwam toen de post van veldwachter vrij, ik stelde mijn kandidatuur, werd champetter en bleef dat tot zes maand na de fusie van gemeenten. Omdat Ramsdonk maar een kleine gemeente was, mocht ik mijn 'bijberoep' van persmedewerker blijven uitoefenen. Van 1977, nadat ik voor een erkenningscommissie was verschenen, werd ik pas echt beroepspersfotograaf. Ik heb altijd freelance gewerkt, vooral voor Het Volk en Gazet van Antwerpen.

Als persfotograaf stond je dicht bij het gebeuren. Wat heeft je het meest aangegrepen?

Daar moet ik niet lang over nadenken, dat was het Heizeldrama in 1985 waar tijdens de finale van de Europacup tussen Liverpool en Juventus Turijn 39 doden vielen en 200 zwaargewonden. Geloof het of geloof het niet, maar ik had toen een voorgevoel dat er wat ging gebeuren. Voor ik vertrok, zei ik tegen mijn vrouw: “Ik laat de grote auto thuis en rijd met het tweedehandskarretje van zoon Luc naar Brussel”.

De problemen deden zich evenwel niet buiten, maar in het stadion voor. De taferelen die ik daar van dichtbij gezien heb, dat is het ergste dat je kunt meemaken en blijven je steeds bij. Iets in mij weerhield me ervan close-ups te nemen van al dat leed. Mijn algemene foto’s spraken overigens boekdelen. Een tweede onvergetelijk moment, maar dan van een totaal andere orde, is het pausbezoek aan Brussel. Zo dicht bij iemand als de paus komen te staan, is een voorrecht dat je enkel als persfotograaf beleeft.

Dat is nu allemaal definitief voorbij?

Ja, negen jaar geleden, toen ik 65 werd, ben ik definitief gestopt als persfotograaf. Hele zakken vol met filmrolletjes heb ik vernietigd. Nu heb ik daar spijt van, want daar zat enorm veel materiaal bij dat nu de moeite waard zou zijn om nog eens boven te halen en dan spreek ik niet alleen over het Heizeldrama of het pausbezoek. Alleen mijn oude fotoapparaten, waaronder tal van waardevolle stukken, heb ik behouden.

Waarmee vul je dan nu je dagen?

Ik heb tijd te kort. Daar zijn in de eerste plaats mijn duiven. Ooit had ik er 400, nu nog slechts 120. Ik speel vooral in de fondclub van Asse, dus op verre afstanden. Er geld aan verdienen, doe ik niet, integendeel. Maar ja, een hobby mag geld kosten, wordt wel eens gezegd. Terloops gezegd, ik heb voor een Duitse uitgeverij ook meegewerkt aan een boek over kleine duivenliefhebbers in Vlaanderen. Mijn teksten, met foto’s, werden dan in het Duits vertaald. Het boek is evenwel alleen in het Duits verschenen. Spijtig!

En dan is er natuurlijk ook nog mijn computer. Ik volg al het derde jaar computerlessen aan het Sint-Donatusinstituut in Merchtem, eerst twee jaar gewone lessen en nu ‘fotoshop’. Hier leer je op de computer foto’s manipuleren en kun je zogezegd van een lelijke een ’schone’ maken. Je ziet, uiteindelijk ben ik toch weer bij foto’s beland.

(Bron: GVA)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten