woensdag 16 april 2008

"IK HEB VOSSELAAR 25 JAAR LANG IN LEVEN GEHOUDEN"

”Ik heb Vosselaar 25 jaar lang in leven gehouden”

”Eerste werf, tweede werf, derde werf, verkocht!” Jos Verbeek (84) uit Vosselaar heeft als vaste roeper bij notaris Jozef Coppens al heel wat eigendommen verkocht. De inwoners van Vosselaar kennen Jos ook als de man die 25 jaar lang als bakkersgast brood in de gemeente heeft rondgedragen.

Hoewel Jos Verbeek vandaag zijn 84ste verjaardag viert, bruist de inwoner van het Vosselaarse gehucht Heieinde nog altijd van energie. Hij duikt in de Kempen nog regelmatig op als vaste roeper bij notaris Coppens. Zijn duiven en zijn tuin vormen daarnaast zijn grote passies.

Hoe ben je eigenlijk als roeper bij de notaris terechtgekomen?
Jos Verbeek: Bij een verkoop van een huis vroeg de toenmalige vrederechter in Turnhout of ik roeper wilde worden. Hij zei ’Jos, je kan dat goed omdat je goed kan supporteren’. Ik heb ook altijd bons voor jonge duiven verkocht.
En ik kan hard roepen (lacht). Als ze niet bieden zeg ik ’komen jullie allemaal voor een pintje bier?’ of ’wie begint met 100.000 euro of moet ik het doen?’.
Ik heb al veel meegemaakt tijdens openbare verkopen. Zo gooide bij een gescheiden koppel een vrouw eens een glas water in het gezicht van haar ex-man. Onlangs heb ik in Mol nog het grootste bordeel (de voormalige club Ritz, red.) verkocht.
Ben je een goede vriend geworden van de notaris?
De notaris is een man uit de duizend. Op zijn kantoor, dat hij samen met zijn twee zonen leidt, werken wel twintig personen.
Maar voor mij is het vooral horen, zien en zwijgen. Ik heb al veel zaken gehoord, maar op de duur luister je daar niet meer naar. Zo lang ik het nog kan, blijf ik de notaris helpen.
In het dorp sta je ook bekend als de man die jarenlang brood heeft rondgedragen. Was dat een fijne periode?
Ik heb 25 jaar lang, tot mijn zestigste, heel Vosselaar in leven gehouden. Voor bakker Vermeiren droeg ik brood rond, eerst met de fiets, dan met een triporteur (motorbakfiets, red.) met een hond ernaast en daarna met een auto. Elke dag kreeg ik klanten bij. Het klanten­bestand groeide van 260 naar 420 klanten per dag. Dat was heel plezant, hoewel ik de hele dag moest lopen om er te geraken. Want om vijf uur ’s avonds was ik graag bij mijn duiven. Toen de bakkers geen ronden meer deden, ben ik er ook mee gestopt.
Waar hou je je voor de rest nog mee bezig, Jos?
Ik werk veel in de tuin. Eigenlijk ben ik klompenmaker van beroep. Twee jaar geleden heb ik een hernia gehad. Sindsdien kan ik geen klompen meer maken. Ik had wel vijftig paar klompen op zolder staan. Elketwee jaar kwamen Oostenrijkers, die op bezoek waren op het festival van de volkskunstgroep Dophei, bij me langs voor mijn houten schoenen.
Ik heb zelf ook nog 55 duiven en doe mee aan prijskampen. Onlangs ben ik overgeschakeld op een elektronisch systeem om te registreren wanneer de duiven juist zijn gevallen. Eerst was ik daar wel tegen, maar je moet toch meegaan met de tijd!
Ook ben ik nog actief als misdienaar, niet meer in de Sint-Jozefkerk op het het Heieinde, want die kerk is gesloten. Het is mooi dat ik nog misdienaar mocht worden in de kerk in het centrum.
Hoe gaat het intussen met je gezondheid en met die van je vrouw?
Mijn vrouw, Mieke Mols, heeft enkele jaren geleden een hersenbloeding gehad. Ze is niet meer goed te been, maar wel nog heel goed in haar hoofd. Ze heeft me leren koken en nu maak ik het eten klaar. Daar ben ik wel goed in. En als ik iets niet weet, vraag ik het gewoon aan mijn vrouw.
Vorig jaar met kerstavond hebben we onze auto wel total loss gereden in Beerse. Op de terugweg van een etentje bij mijn zoon in Merksplas ben ik waarschijnlijk even buiten bewustzijn geweest. Ik ben toen met mijn auto frontaal op een andere auto gebotst. Gelukkig moesten mijn vrouw en ik maar een paar dagen in het ziekenhuis blijven. De mensen van de andere auto waren heel lief. Ze zijn zelfs een bloemetje komen brengen!
Ongetwijfeld betekent je familie veel voor je?
We hebben vijf kinderen, waarvan één zoon helaas gestorven is, zeven kleinkinderen en intussen ook al twee achter­kleinkinderen. De kleinkinderen zijn heel goed bezig.
Hoe breng je je verjaardag vandaag door?
Onze kinderen en kleinkinderen komen op bezoek voor een stukje taart. Ik word wel 84 jaar, maar ze schatten mij helemaal niet zo oud.

(Bron: GVA)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten