WEEKENDJE HOUTDUIVEN JAGEN

Weekendje houtduiven jagen
Jagers komen land- en tuinbouwers te hulp in strijd tegen agressieve vogels

WANNEGEM-LEDE - De Vlaamse land- en tuinbouwers doen dit weekend een beroep op de jagers om de houtduivenpopulatie onder controle te houden. Eén van hen is landbouwer Hubert Deconinck uit Wannegem-Lede. Paul Darragas

Vandaag en morgen is het in Vlaanderen ‘duivenweekend'. Op vraag van de Vlaamse land- en tuinbouwsector zullen de jagers dan vooral op houtduiven mikken.

Deze actie wordt voor het derde jaar op rij georganiseerd. Bedoeling is om de houtduivenpopulatie onder controle te houden en op die manier de schade aan de groenten-, fruit- en granenteelten te beperken.

De houtduif, in de volksmond ook wel bosduif genoemd, is herkenbaar aan de witte nekvlek, de witte vleugelband en de witte band aan de binnenkant van de staart. Jagers mogen dan wel geschoold zijn om vogels te herkennen, toch roept de Koninklijke Belgische Duivenbond voor alle zekerheid de duivenliefhebbers op om komend weekend hun sportduiven in de hokken te houden.

Echte plaag

Eén van de landbouwers die de hulp van de jagers inroept, is Hubert Deconinck die in de Kouterstraat in Wannegem-Lede een akkerbouw- en zoogkoeienbedrijf runt.

‘De houtduiven zijn een echte plaag geworden en ik ervaar ook dat die duiven steeds agressiever worden', oppert Hubert Deconinck die onder meer tarwe, suikerbieten, aardappelen, erwten en wortelen teelt.

‘De houtduiven zijn verlekkerd op erwten en de schade kan tot vijftien procent van een perceel, of 250 euro per hectare, oplopen. Maar de jongste jaren storten de houtduiven zich ook steeds meer op de jonge suikerbietplantjes. In de zomer komen de duiven dan op de granen af en daarbij gaan zij bijzonder intelligent tewerk. De duiven laten zich op de stengel vallen waardoor die afknapt. Op die manier kunnen de graankorrels gemakkelijk opgepikt worden. De schade kan aanzienlijk zijn. Ik heb het al meegemaakt dat de houtduiven een verlies van drieduizend kilogram per hectare veroorzaken. In de zomer komen soms zwermen van wel duizend duiven overvliegen. Zo'n zwerm kan in een oogwenk een volledige partij tarwe vernielen.'

De houtduiven pikken overal in de regio wel een graantje mee. Maar Hubert Deconinck heeft het ongeluk dat op amper driehonderd meter van zijn bedrijf zich een bosje bevindt, waar de houtduiven goed gedijen.

‘Het bosje doet dienst als hun slaap- en kweekplaats. Wij proberen op verschillende manieren de duiven van de akkers te houden. Maar het plaatsen van afweerkanonnen, lichtweerkaatsende signalisatielinten en allerlei vogelschrikken zijn meestal slechts enkele dagen efficiënt. De vogels zijn sneller dan je denkt aan deze afweersystemen gewend.'

Vorig jaar namen in Vlaanderen 3.600 jagers van verschillende wildbeheereenheden aan de actie deel en toen werden in Oost-Vlaanderen bijna 9.000 houtduiven afgeschoten. De gesneuvelde duiven worden trouwens allemaal opgehaald en door enkele bedrijven voor verkoop verwerkt.